Judo
Judo is een vechtsport dat oorspronkelijk uit Japan komt. De sport wordt beoefend in een judogi (een ander woord voor judopak), en de bedoeling is om de tegenstander op de rug te krijgen, binnen een terrein dat wordt afgebakend door de tatami en met naleving van bepaalde regels om de judogi vast te pakken. Heel vaak hebben nieuwe judoka's de weg naar de dojo (de plaats waar aan judo wordt gedaan) gevonden omdat een ouder, grote zus of grote broer die sport beoefent of vroeger heeft beoefend. Soms willen kinderen hetzelfde doen als papa of mama.
We hebben judolessen voor kinderen vanaf 4 jaar, jeugd en volwassenen. Bij Kintaiko kan iedereen meedoen op een recreatieve wijze. Maar we hebben ook een wedstrijdteam dat regelmatig meedoet aan toernooien. Bekijk het Rooster voor alle onze trainingstijden.
Waarom Judo?
Iemand die aan judo doet, zal in het begin vooral zijn motorische vaardigheden en lenigheid verbeteren door de vele oefeningen waarbij ze rollen en zich op allerlei manieren verplaatsen, rechtop en over de grond. Dikwijls zal je (gezond) moe thuiskomen omdat men zich een uur tot anderhalf uur lang helemaal heeft uitgeleefd (dat is doorgaans de duur van een judoles). Judo is een prima sport de tomeloze energie te laten kwijtraken.
Tijdens de eerste trainingen zal men ook kennis maken met de rituelen die de leraar oplegt aan zijn leerlingen. De mat groeten, formeel verbod om met schoenen op de tatami (de judomat) te komen, de leraar groeten aan het begin van de les en de tegenstander groeten voor elke oefening. Dat groeten staat symbool voor het respect voor de plek (de dojo en de tatami) en het respect voor de leraar en dient ook om de partner te bedanken voor de tegenstand die hij zal bieden. Bij het groeten aan het begin van de les wordt ook de plaats van elke judoka duidelijk, want zij staan in volgorde van graad op een rij voor de leraar, van de laagste graad (bij judo begin je met een witte band) rechts van hem tot de hoogste graad links van hem.
Elke judo kent het gevoel … Die lichte spanning wanneer je bij een wedstrijd de mat op gaat en tegenover een, meestal onbekende, tegenstander komt te staan. Dat gevoel kunnen ook de allerjongsten al ervaren, want ook zij krijgen de kans om zich te meten met een tegenstander, onder het welwillend oog van een scheidsrechter. In wedstrijden tussen clubs kunnen beginners twee of drie keer een gevecht leveren en heel vaak komen ze dan supertrots naar huis met hun allereerste medaille.